maandag 21 december 2015

Op weg, naar een ander China?

Sinds vrijdagavond zijn we vertrokken op onze 'grote reis'. Net zoals onze collega's in België mogen we genieten van een weekje verlof. We besloten om een trip te maken langs drie steden met als einddoel het terracotta leger in Xi'an. De niet oncomfortabele nachttrein (met bedjes) bracht ons tot in Datong. Na nog even bij te slapen in het hostel - de receptionist had om 6.30 nog niet veel zin om ons in te checken en wees ons prompt een kamer toe waar we verplicht in bed kropen -  trokken we de stad in. Met een dubbeldekker reden we naar de Yungang grotten. Onderweg merken we al snel dat de bijnaam van de stad, "de stad van de kool" geen fabeltje is. We passeerden grote fabrieken en alles ziet er wat grauw en donker uit. We genoten wel van de indrukwekkende beelden gehakt uit de rotsen. Daarna trokken we naar het stadscentrum om een hapje te eten. Hier eerder vergane glorie: kapotte straatstenen, afbrokkelende muren, gebroken ruiten, afval in heel wat hoeken en afgeleefde winkels. In de Lonely Planet vinden we een restaurant en de titel van onze reisgids is op zijn plaats want er is geen kat - eigenlijk komen we amper iemand tegen overal waar we komen. Het personeel spreekt geen woord Engels, maar met veel geduld van beide kanten, gebarentaal en één slimme serveuse met vertaalapp slagen we er in een lekkere hot pot te versieren. Dat is trouwens de lokale winterspecialiteit: je krijgt een pot kokende bouillon waarin je fijngesneden vleesjes en groenten kookt, heerlijk en gezellig.

Op dag twee heeft Simon van het hostel voor ons een taxi geregeld die ons 70 km naar het zuiden brengt om twee andere wondertjes te bezichtigen. Het hangende klooster en de houten pagode uit de 11e eeuw zijn beiden bijzondere stukjes architectuur waar we weer van verbaasd zijn. Onderweg passeren we zeker 1000 camions, allen volgeladen met steenkool. Ze staan stil in de file. Gelukkig gebruikt onze chauffeur de rijstrook van de tegenliggers en moeten wij niet stilstaan. Verder nog talloze identieke appartementsblokken zoals je ze voor je ziet als je aan het communisme denkt. Maar wel met zonneboilers op het dak. Ook wat kleinere huisjes die er ook maar triestig uit zien. Uit pure noodzaak eten we lunch in de KFC en berekenen we dat met wat we per persoon aan de taxichauffeur betalen hij hier nog niet één keer met zijn gezin kan komen eten. We kunnen dus alleen maar concluderen dat de Chinezen die hier op hun smartphone zitten te tokkelen niet tot dezelfde klasse behoren als de taxichauffeur en vele anderen in zijn stad. Al heeft hij ook wel een smartphone hoor, zonder ben je nu eenmaal geen Chinees. Voor het avondmaal gaan we naar het restaurant op nr. 1 van TripAdvisor, geprezen om zijn prachtige interieur (en lekkere dumplings). We vinden dan ook een tot in de details afgewerkt nep traditioneel restaurant. In België zouden we ons er nooit op ons gemak voelen, maar hier genieten we van onze dumplings en yoghurt in een glas, voor een heel deftige prijs.

Op dag drie blijkt dat we alle belangrijke bezienswaardigheden gezien hebben en belanden we in het ommuurde stadscentrum. Er is nog een 'echt' boeddhistisch klooster. Alles werd echter in 2008 gerestaureerd en ziet er nogal gepolijst uit. Als we een tempel binnen gaan zijn onze voetafdrukken snel zichtbaar op de blinkende zwarte vloer, maar even snel weer uitgewist door een overijverige bewaakster die die dag waarschijnlijk voor het eerst toeristen ziet. Een toren biedt uitzicht over de stad en wat meer overzicht voor ons. In de verte: ontelbare skyscrapers, Datong telt dan ook een bevolking dertien keer groter dan die van Gent. In het centrum: een mix van propere gerestaureerde huizen, tempels en winkels met ertussen grote stukken vervallen stad,  afgezet met panelen, want er wordt gewerkt. Ze zijn hier namelijk alles aan het herbouwen leert Simon ons. Blinkende tempels en huizen die er moeten uitzien alsof ze stammen uit de tijd van de keizers en de keizerinnen. Wij zijn er niet zo'n fan van, maar de overheid hoopt de toeristen van heinde en verre wel te lokken. En dan hebben we nog niet met de gemiddelde mr. Wang of Li gesproken die zijn huisje in het centrum moest verlaten voor dit project.
We proberen nog wat te shoppen, maar de winkels zijn teleurstellend ouderwets en na de muur der negen draken hebben we letterlijk alles gezien. Tijd voor iets anders, de trein opnieuw op naar Pingyao, wat het gezelligste stadje van China zou moeten zijn.

Conclusie: een heel ander China, we snappen nog niet alles en dat zal ook niet gebeuren, maar we vinden het nog steeds de max om op ontdekking te gaan. Al mag het af en toe wat warmer zijn, dat zouden onze voetjes wel weten te appreciëren! 

1 opmerking:

  1. hoi, hier al vast geen last van koude voeten, 15 graden op de eerste winterdag !!!
    indrukwekkende beelden
    en die lokale winterspecialiteit spreekt me ook wel aan...
    gr, tante Veerle

    BeantwoordenVerwijderen